
Bij ernstige incidenten zoals een kinderreanimatie, een beknelling of een ongeluk met meerdere gewonden wordt er naast een ambulance ook een Mobiel Medisch Team (MMT) opgeroepen. Dit team reist meestal per traumahelikopter, de bekende gele Lifeliner. Maar hoe werkt dat precies?
Wie zitten er in het team?
Het MMT is er om extra medische hulp te bieden naast de ambulancezorg. Het team bestaat uit drie mensen: een piloot, een verpleegkundige en een arts. De verpleegkundige heeft vaak veel ervaring op de ambulance of de spoedeisende hulp. De arts is meestal gespecialiseerd in traumachirurgie of anesthesiologie.
Wat zit er in de helikopter?
De Lifeliner is een soort kleine, vliegende spoedeisende hulp. Aan boord is allerlei medische apparatuur aanwezig, zoals een beademingsapparaat, medicijnpompen, apparatuur om vitale functies te meten, en middelen om te kunnen ingrijpen bij levensbedreigende situaties. Ook zijn er verschillende soorten medicijnen aan boord, zoals pijnstillers en middelen voor narcose.
Waar en wanneer wordt het team ingezet?
Er zijn in Nederland vier plekken waar 24 uur per dag een MMT klaarstaat: in Amsterdam, Rotterdam, Volkel en Ee.de. Vanuit daar kan het team snel uitvliegen naar een melding. Of de helikopter ingezet wordt, hangt wel af van het weer. Als vliegen niet veilig is, rijdt het team met de auto. Meestal is het MMT binnen vijftien minuten op de plek van het incident.
Hoe verloopt de communicatie?
De meldkamer bepaalt of het MMT direct nodig is bij een melding. Ook kan een ambulance ter plaatse later alsnog om hulp van het MMT vragen. Vaak is het team al binnen twee minuten na de oproep onderweg. Tijdens de rit of vlucht blijft het MMT in contact met de meldkamer en met de ambulance die al onderweg is.
Wat doet het MMT ter plaatse?
Als het team aankomt, gaat de arts meteen met een tas met medische spullen en soms een echoapparaat naar het slachtoffer. De verpleegkundige blijft bij de helikopter totdat de rotor stilstaat, en helpt daarna de arts. De piloot blijft bij de helikopter en let op de veiligheid van de landingsplek.
In de meeste gevallen – zo’n 90% – wordt het slachtoffer niet met de helikopter vervoerd, maar gewoon met de ambulance naar het ziekenhuis. Soms gaat de MMT-arts mee in de ambulance om het slachtoffer te blijven behandelen.
Wat als de helikopter later komt?
Als het MMT nog onderweg is, kunnen het ambulancepersoneel en de MMT-arts afspreken om elkaar onderweg te ontmoeten, bijvoorbeeld op een parkeerplaats of bij een kruising. Zo kunnen ze het slachtoffer eerder beoordelen en verder behandelen als dat nodig is.deling te bieden.